De geneeskracht van taro of olifantsoor
De meest gebruikte naam in Nederland, maar ook in India is Taro. Deze taro is echter wat groter dan de gebruikelijke taro op de markt, en al helemaal veel groter dan de Chinese Tajer. In India wordt deze plant Elephant-ear, Cocoyam, Chembu en Eddoe genoemd. Elephant-ear en Cocoyam zijn echter ook namen de voor andere colocasia-soorten worden gebruikt. Er zijn twee soorten die erg grote bladeren kunnen hebben. Deze bladeren kunnen 1 tot 2 meter in doorsnee worden.
In West Papua zegt men “keladi” tegen deze plant. In Bangla Desh heet de plant Kochu. In sommige Nederlandse tuincentra wordt de plant ''Olifantsoor'' genoemd. Hij wordt in Nederland verkocht als sierplant. In de meeste landen is het geen sierplant maar een voedingsplant. Hij wordt in 135 landen gekweekt als voedselbron.
Al 10.000 jaar een voedselbron
Colocasia esculenta behoort tot het oudste gecultiveerde voedsel van de mensheid. In Azië zijn bewijzen gevonden dat deze olifantsoor al 10.000 jaar geleden werd gekweekt om zijn eetbare knollen. Colocasia esculenta heeft in principe een mooie gele bloem en vruchten, maar deze worden als zeldzaam beschouwd. In een vrucht zitten ongeveer 2 tot 5 zaadjes. De plant kan zich eveneens onder de grond verder uitbreiden. Hij houdt van een wijde variatie van grondtypen, maar het meest van vochtige grond.